Leeftijdsgebonden maculadegeneratie
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) verstoort het centrale zicht; het perifere zicht blijft meestal intact. Het verlies van centraal zicht is erg hinderlijk in het leven van elke dag. Televisie kijken, autorijden, lezen en naaien bijvoorbeeld worden moeilijk. Bij lezen kunnen letters of delen van woorden uitvallen, de tekens of lijnen worden vervormd.
LMD tast de centrale zone van het netvlies aan: de macula of gele vlek.
Bij de droge vorm wordt een deel van het netvlies dunner met het ouder worden, waardoor het zicht daalt.
Bij de natte vorm is te wijten aan de vorming van nieuwe, broze bloedvaatjes achter het netvlies. Die bloedvaatjes kunnen lekken. Dat leidt tot littekenvorming die het centrale zicht aantast. Het perifere gezichtsveld blijft normaal.
De ziekte
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) is een pijnloze progressieve aandoening die niet leidt tot volledige blindheid. Er bestaan twee vormen van maculadegeneratie: droge LMD die het vaakst voorkomt en traag vordert, en een “natte” vorm die sneller evolueert en gepaard gaat met een groter risico op een aanzienlijk verlies van zicht.
LMD wordt gekoppeld aan verscheidene risicofactoren, waaronder leeftijd, familiale voorbeschiktheid, etnische afkomst, ongezonde voeding. Maar vooral roken verhoogt het risico op LMD. In westerse landen is LMD de belangrijkste oorzaak van ernstig verlies van zicht bij mensen ouder dan 60 jaar.
De symptomen
De eerste symptomen gaan vaak ongemerkt voorbij omdat het gezonde oog het gezichtsverlies compenseert.
- Gevoeligheid voor verblindend licht.
- Aantasting van de kleurwaarneming.
- Minder goede perceptie van contrasten.
- Verminderd nachtzicht.
- Rechte lijnen zien er vervormd uit.
- Problemen bij het lezen en bij het uitvoeren van precisiewerkjes.
- Gezichten zien er vertroebeld uit.
- Donkere vlekken of blinde zones in het midden van het gezichtsveld.
De behandeling
Voor droge LMD bestaat er momenteel geen afdoende behandeling. Bij de natte vorm hebben de behandelingen (laser, inspuiting enz.) tot doel de evolutie van de ziekte af te remmen.
Wanneer de ziekte snel wordt gediagnosticeerd en behandeld, kan het zicht meestal voor een groot deel worden gered. Bij bepaalde mensen verbetert het zicht zelfs. In de centra voor slechtziende personen leren patiënten met een aangetaste macula (gele vlek) het resterende gezichtsvermogen optimaal te gebruiken dankzij optische hulpmiddelen (vergrootglas, telescoop) of met elektronische instrumenten (beeldschermloep). De patiënt leert hoe hij zijn perifeer netvlies, dat gespaard blijft van het degeneratieve proces, efficiënter kan gebruiken. Zo kan de patiënt langer autonoom blijven.
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer één van de symptomen optreedt:
- Snel een oogarts raadplegen.
- Elk oog regelmatig testen aan de hand van de Amsler-kaart (www.lmdinfo.be).
- De ogen beschermen tegen UV straling / zonnestralen.
- Gezonde voeding.
- Stoppen met roken.
- Regelmatig bewegen.
- De bloeddruk onder controle houden.